Plaats uw radiator altijd op het koudste punt in de ruimte. Bijvoorbeeld onder een raam of tegen een buitenmuur.
Zorg dat uw radiator mimimaal 10 cm vrij is aan zowel de onder- en bovenzijde. De afstand tot de wand moet minimaal 2 cm bedragen. Gebruik indien mogelijk altijd de meegeleverde ophangbeugels van uw radiator.
Probeer in grotere ruimtes het vermogen te verdelen door het plaatsen van meerdere radiatoren. Dit zorgt voor een betere verspreiding van de warmte.
Indien u een thermostaatkraan plaatst, plaats deze dan nooit verticaal, maar horizontaal. Hierdoor ontstaat een betere regeling van de temperatuur.